Het klimaatakkoord geeft aan dat in 2025 bij 30-40 gemeenten zero emissie zones voor logistiek moeten worden ingevoerd om de beoogde 1 MT COշ te reduceren. Dit staat gelijk aan 7 miljoen keer naar Parijs vliegen!
Enpuls gaf Districon de opdracht om een inventariserend onderzoek uit te voeren naar de huidige status. In een webinar deelde Enpuls de uitkomsten van dit onderzoek en tevens handvatten om slagen te kunnen maken. Om de COշ-reductie te realiseren is er nog veel werk aan de winkel.
Gemeenten willen wel, maar hebben nog weinig raads- of collegebesluiten genomen
De meeste gemeenten hebben ambities op het gebied van Zero Emissie (ZE) stadslogistiek en de voorbereidingen voor de ZE zones zijn inmiddels in volle gang. Daar tegenover staat dat er bij de gemeenten nog weinig raads-/collegebesluiten genomen zijn.
De raads- of collegebesluiten formaliseren de ambitie en zijn daarmee een vitaal onderdeel in het realisatietraject van een ZE zone. Volgens de tijdlijn uit het klimaatakkoord moeten de besluiten vier jaar voor de invoering van de zone genomen worden, oftewel eind 2020 voor de invoering van een zone 2025. Urgentie is geboden.
Van de gemeenten die een ZE zone willen invoeren werken de meeste gemeenten aan een zone die het stadscentrum beslaat, eventueel inclusief aanliggende wijken. Hierbij wordt vaak rekening gehouden met natuurlijke afbakeningen zoals een ringweg, gracht of singel.
Niet alle gemeenten hebben een ZE (zone) ambitie. Gemeenten zonder ZE ambities geven aan dat ze, vanwege gebrek aan draagvlak van de portefeuillehouder en urgentie, geen ZE zone invoeren. Daarnaast ondervinden zij weinig problemen met luchtproblematiek, verwachten zij een verslechtering van het vestigingsklimaat en hoge kosten bij de ondernemers. Tegemoetkomen aan ondernemers en andere flankerende maatregelen zijn volgens de gemeenten noodzakelijk. Ook zijn er gemeenten die wel een ambitie hebben op het gebied van ZE stadslogistiek maar die (nog) niet overtuigd zijn dat een ZE zone de beste invulling van deze ambitie is.
Gemeenten hebben met name klimaat gerelateerde doelstellingen als drijfveer achter de ZE ambitie
Gemeenten volgen in het algemeen het geüniformeerde landelijke beleid rondom de realisatie van de ZE ambitie. Dit houdt in dat het beleid techniek neutraal is, zolang de aandrijftechniek maar zero emissie is. Elektrisch wordt gezien als de meest kansrijke aandrijftechniek in de stad.
De top 3 beleidsdoelstellingen van gemeenten als drijfveer achter de ZE ambitie zijn C02 uitstoot verminderen, luchtkwaliteit verbeteren en klimaatdoelstellingen behalen.
Daarnaast worden ook het verminderen van de vervoersbewegingen, verminderen van geluidsoverlast, het verbeteren van de bereikbaarheid en verhogen van veiligheid genoemd.
Gemeenten zien laadinfra het liefst op het private terrein buiten de ZE zone
Gemeenten vinden laadinfra in de publieke ruimte ongewenst vanwege het beslag op de openbare ruimte. Daarnaast wordt geprobeerd de tijd die voertuigen in een ZE zone verblijven te minimaliseren. Bijladen binnen de zone zou hier een negatief effect op kunnen hebben. Doordat de gemeenten laadinfra het liefst op private terreinen gerealiseerd zien en niet binnen een ZE zone, betekent dit dat de gemeenten ook een kleine rol hebben in de aanleg van deze laadinfrastructuur.
Het invoeren van een ZE zone heeft bovendien neveneffecten op de omliggende gemeenten zoals de verplaatsing van uitstoot of laadbehoefte naar de omliggende gemeenten. Deze buurtgemeenten zijn voor het realiseren van de ZE ambities belangrijk. De “G40” gemeenten hebben niet altijd de ruimte binnen hun eigen gemeenten voor laad-/tankinfrastructuur en hub locaties.
Gemeenten verwachten knelpunten
Hoewel gemeenten knelpunten in hun ZE ambities zien kunnen deze knelpunten verminderd worden. De meest gehoorde knelpunten hebben te maken met de beschikbaarheid van voertuigen en laadinfrastructuur, draagvlak, handhaving en energiesystemen.
Hoewel het mogelijk is deze knelpunten voor 2025 op te lossen zien gemeenten nog beperkte kansen om de realisatie van de ZE ambities te versnellen.
Op basis van dit onderzoek is te stellen dat ambitierijke gemeenten aan zet zijn bij nemen van vervolgstappen in besluitvorming.